Een sprookje
Er was eens een man die graag wilde leren wat angst was. Hij kende geen angst, wat volgens zijn vader een tekortkoming was. Want angst was ergens goed voor. “Alleen als je angst kent, kun je gevaren kennen”, sprak zijn vader. De man was onbevreesd maar wilde het vrezen leren, zodat zijn vader even trots op hem kon zijn als zijn broer, die wel angst kende. En zo ging hij op reis om de angst te leren kennen. Hij reisde de hele wereld rond op zoek naar de ware betekenis van angst. Op een dag kwam de man in een land dat hij niet kende. Hij liep door een donker dennenbos waar geen zonnestraal de bosgrond bereikte. Hij voelde een kleine rilling langs zijn ruggengraat gaan. “Hier kan ik wel leren wat angst is”, dacht de man. Hij besloot om ’s nachts in het bos te verblijven, hopend dat hij daar eindelijk de angst zou vinden die hij zocht. Terwijl hij lag te rusten, hoorde hij plotseling een krakend geluid. Het was alsof de bomen zelf fluisterden en de wind zijn naam riep. De man beefde van angst en dacht dat zijn hart zou stoppen van pure schrik. Toen de ochtend aanbrak, ontdekte de man dat het geluid afkomstig was van een klein dier, een egel, die aan het rondscharrelen was. En zo leefde de man verder, wetende dat de angst niet van buitenaf kwam, maar eerder van binnenuit, van zijn eigen verbeelding en geest.
Een ongenode gast
De meeste mensen gaan niet op zoek naar de angst, we voelen de angst liever niet, we behandelen het als een ongenode gast. Alsof de angst je van buitenaf kan bespringen. We verwachten datgene wat ons angst aanjaagt kennelijk van buitenaf en niet van binnenuit.
Wie wilde niet als kind een lichtje aan op de gang, als je ging slapen? Mijn levendige fantasie wist zeker dat als ik de wc doortrok, een heks uit de pot zou schieten en mij de eeuwige duisternis in zou trekken. Dat gaf bijzondere taferelen: buiten de wc staan, mijn arm zover mogelijk uitgerekt om door te trekken en dan hard wegrennen. Pffffff… ontsnapt. De angst is ongewis… Want waar zijn we nu precies bang voor?
De moed om te zijn
“De moed om te zijn” is een bekende zin die vaak wordt toegeschreven aan de Deense filosoof Søren Kierkegaard. Deze zin vat een centraal thema samen in het werk van Kierkegaard, namelijk de moed om authentiek te zijn en jezelf te worden.
Paul Tillich, hoogleraar in de systematische theologie, gaat in zijn boek
‘De moed om te zijn’ nog een stap verder. Tillich geeft nauwkeurig aan welke angsten er zijn en welke ‘moed’ je kunt ontwikkelen.
‘Het wezen van de angst is het besef dat niet-zijn een deel is van ons eigen zijn. Angst is de eindigheid ervaren, als onze eigen eindigheid. Dit is de natuurlijke angst van de mens als mens en in zekere zin van alle levende wezens.’ Hier geeft Tillich helder weer hoe het zit met angst.
Aha, we kunnen ons ontwikkelen door de angst. Het is dus niet helemaal zinloos dat ik mij van tijd tot tijd angstig voel.
Typen angst
Door angst kunnen we moed ontwikkelen. Om te zien welke moed je kunt ontwikkelen, moeten we eerst weten welke basale vormen van angst er zijn. Volgens Tillich zijn er drie vormen van angst:
- Angst voor noodlot en dood. ‘De doodsangst’.
- Angst voor leegte en verlies. ‘De angst der zinloosheid’.
- Angst voor oorzaak en gevolg. ‘De angst voor schuld’.
- Angst voor noodlot en dood. ‘De doodsangst’.
‘De angst voor noodlot en dood is fundamenteel, universeel en onontkoombaar. Alle pogingen hem weg te redeneren zijn nutteloos.’
De dood is het einde van het bekende. Van alles wat je van jezelf kent of denkt te kennen. De slaap wordt wel de kleine dood genoemd. Het is een soort oefenen in het loslaten. Je treedt ook een onbekend gebied in. Dat onbekende maakt het eng. Je laat de controle los. Ik heb vaak een gedachte over de dood wanneer ik ‘s nachts wakker word om naar het toilet te gaan. Ik ben benieuwd welke moed ik kan ontwikkelen aan mijn angst voor de dood.
‘Angst slaat op wat er (nog) niet is, op het ongrijpbare, uiteindelijk op het niets, op de eigen toekomst’. (volgens Kierkegaard)
De moed om te transformeren
De moed die we aan onze angst voor de dood kunnen ontwikkelen is de moed om te transformeren. Durf ik het onbekende tegemoet te treden? Durf ik alles wat ik denk dat ik ben en alles wat ik ken los te laten? Om uiteindelijk in het ogenschijnlijke niets te stappen en te transformeren lijkt mij soms bevrijdend maar maakt mij ook angstig. Soms voel ik de angst om los te laten en durf ik niet te gaan slapen. Hoe vat ik dan de moed om los te laten en te transformeren? Wat mij helpt is bewust op beelden te concentreren en weg te blijven van het denken. Wanneer het me lukt bij de beelden of kleuren te blijven, weet ik dat ik in slaap aan het vallen ben.
- Angst voor leegte en verlies ‘De angst voor zinloosheid’.
‘De angst voor de leegte ontstaat door bedreiging van de bijzondere inhouden van het geestelijk leven door het niet-zijn. De angst voor zinloosheid is angst voor het verlies van wat ons uiteindelijk belang inboezemt, van een doel dat aan alle doeleinden zin en betekenis geeft. Deze angst ontstaat doordat men zijn geestelijk middelpunt kwijt is en geen antwoord meer heeft op de vraag naar de bedoeling van het bestaan’.
Toen ik hoorde dat ik Parkinson had, kreeg ik gevoelens van zinloosheid. Wat te doen met mijn leven? Ik wist het even niet en viel stil.
Welke moed valt er te ontwikkelen aan de leegte? Verlies en gevoelens van zinloosheid?
De moed om je te verbinden met het geheel
Ik ←→Wereld ‘Ik en de wereld zijn correlaat, evenals Individualisatie ←→ Participatie. Want dit is juist wat participatie betekent: deel zijn van iets, waarvan men tegelijkertijd gescheiden is. Letterlijk betekent participatie: ’deelnemen’.
De moed om zichzelf te zijn is in wezen altijd de moed om onderdeel te zijn en de moed om zichzelf te zijn in onderlinge samenhang’. (volgens Tillich).
Toen ik op de bank zat met gevoelens van zinloosheid, realiseerde ik mij dat meditatie altijd een rol van betekenis in mijn leven had. Door meditatie maak ik verbinding met het geheel. Door in actie te komen en mij te verbinden met Zen.nl kon ik mijn ontwikkeling weer verder in beweging brengen. Kortom, het is handig om te weten dat gevoelens van zinloosheid zin hebben.
- Angst voor oorzaak en gevolg ‘De angst voor schuld’
‘De mens is verantwoordelijk; letterlijk: hij is verplicht te antwoorden wanneer hem gevraagd wordt, wat hij van zichzelf gemaakt heeft. Hij, die hem deze vraag stelt, is zijn rechter, namelijk hij zelf; maar hij staat tegelijkertijd tegenover hem. Deze situatie brengt de angst teweeg die in relatieve zin de angst der schuld en in absolute zin de angst der verwerping betekent. In elke daad van zedelijke zelfbenaming draagt de mens bij tot de vervulling van zijn bestemming, tot het actualiseren van wat hij potentieel is.
Zoals Kierkegaard zegt: “De moed om jezelf te zijn.”
In mijn 33e levensjaar ontdekte ik een groot familiegeheim: mijn biologische vader bleek iemand anders te zijn dan ik altijd dacht. De moed vinden om dit geheim te delen met mijn familie was niet eenvoudig. Ondanks de angst voor afwijzing voelde ik dat ik mezelf wilde zijn, vrij van geheimen. Het delen bracht weerstand en angst met zich mee. Ik had de moed om in de handeling te komen en een diepere innerlijke vrijheid te ontwikkelen.
Dit geheim aan het licht brengen, stuitte op veel angst en weerstand bij mijn ouders. De angst om er niet meer bij te horen, was voor mij voelbaar.
Welke moed kunnen we ontwikkelen door de angst voor oorzaak en gevolg en schuld?
De moed om in de handeling te komen
De angst voor oorzaak en gevolg is een typische ‘denk’ angst. Als ik dit doe en het loopt niet goed af, wat dan? Daar kom je alleen achter door in de handeling te komen. Soms moet je daarvoor risico’s nemen. Zoals ik hierboven schetste. Een ander voorbeeld: vooraf aan de sesshin waarin ik examen voor Zenleraar zou doen maakte ik mij nogal druk. Wat als ik de sesshin niet kan volbrengen met mijn op dat moment haperende lijf? Ondanks mijn angst voor het gevolg had ik de moed om in de handeling te komen. Door voor mezelf te zorgen en hulp te vragen waar nodig. De manier om met ‘de angst voor oorzaak en gevolg’ om te gaan is in de handeling komen en niet in het hoofd blijven en scenario’s afspelen.
De kracht van het zijn
‘Moed is de zelfbeaming van het zijn ondanks het feit van het niet-zijn. Moed is de handeling van het individuele zelf waarbij het de angst voor het niet-zijn op zich neemt, hetzij door zichzelf te beamen als deel van een omvattend geheel, hetzij door zichzelf te beamen als individueel zelf. Moed sluit altijd een waagstuk in, er is de voortdurende bedreiging van het niet-zijn, hetzij om zichzelf kwijt te raken en een ding te worden binnen de veelheid van dingen, hetzij om de eigen wereld kwijt te raken in een leeg op-zichzelf-betrokken-zijn. Moed heeft de kracht van het zijn nodig, een kracht die het niet-zijn te boven gaat; het niet-zijn dat ervaren wordt in de angst van noodlot en dood, dat tegenwoordig is in de angst van leegte en verlies, dat werkzaam is in de angst van schuld en oordeel. De moed die deze drievoudige angst in zich opneemt moet geworteld zijn in een zijnsmacht die groter is dan de macht van zelf en de macht van de eigen wereld’. Aldus Tillich.
Terug naar de ongenode gast ‘angst’. Wanneer je de moed hebt de angst als een gast aan je tafel uit te nodigen, kun je innerlijke vrijheid ontwikkelen. Goed om te bedenken wanneer ik op mijn kussen zit en de gast ‘angst’, soms vergezeld door ‘beven’, langskomt. Een angst die ik de laatste tijd voel, is dat ik de Zen les in de avond niet vol ga houden. Het gebeurt regelmatig dat ik 25 minuten zit te bibberen, één van de vele vervelende kenmerken van de ziekte van Parkinson. Wat ik leer van Zen meditatie is: ondanks het bibberen in de rust te blijven, in het moment te blijven. Wat mij zeker helpt is om niet mee te gaan in de scenario’s die mijn denken opwerpt. En dan gebeurt het soms dat het stil wordt van binnen én van buiten.
Of zoals Thich Nhat Hanh schreef:
‘Als je diep kijken beoefent, zie je je ware aard van geen geboorte, geen dood, geen zijn, geen niet-zijn, geen komen, geen gaan, geen eenheid, geen verscheidenheid. Wie dit ziet, is vrij van hunkering en jaloezie. Geen vrees is de ultieme vreugde. Wie het inzicht van geen angst heeft, is vrij en berijdt net als de grote wezens in alle rust de golven van geboorte en dood.