Zoektocht naar geen-zelf

Op zoek

Kees van Kooten en Wim de Bie zongen het al in 1975: ‘Zoek jezelf broeder; Vind jezelf. Wees en blijf alleen jezelf.’ Met als eerste zin van het 1e couplet: ‘Allemaal op weg naar niets……’

Het klonk mij wel aantrekkelijk, mezelf zoeken. Alhoewel, op weg naar niets, leek mij tamelijk zinloos. Zolang ik mij kan herinneren was ik altijd op zoek. Maar naar wat? Als ik in mijn boekenkast kijk zie ik vooral boeken die eindigen op ..sofie en ..logie, naast wijsheden uit het oosten. En tegenwoordig een groeiend aantal boeken over zen. Waar ik vooral naar op zoek was en ben: hoe zit het leven in elkaar en wat beweegt de mens?

Zelf

Zo ben ik ook nieuwsgierig naar wat zelf is en lees ik bij zen bovendien over geen-zelf. Wat betekent dat, geen-zelf? Ik ben het toch? Ik weet nog dat ik voorheen dezelfde gedachte had toen ik tijdens Leerjaren Menskundig Advies, welke ik volgde, hoorde dat je bepaalde opmerkingen niet persoonlijk moet maken. ‘Hoezo niet persoonlijk, ik ben het toch?’ Veel opmerkingen die mensen maken zijn niet persoonlijk bedoeld. Het zijn projecties van zichzelf. Met andere woorden, ze gaan niet over jou. Dat schiep toen rust in mijn gevoel. 

Ik duik mijn boekenkast in om te zien wat er zoal over zelf en geen-zelf geschreven is. 

Psychiater Jung schrijft over het zelf:

Het zelf zou gekarakteriseerd kunnen worden als een soort compensatie voor het conflict tussen binnen en buiten. Zo is het zelf ook het doel van het leven, want het is de meest volledige uitdrukking van die samengesteldheid van lotsbestemming, die men individualiteit noemt.’

De empirisch filosoof Hume zegt over het zelf: ‘Wat mij betreft, wanneer ik mij verdiep in wat ik mijn zelf noem, stuit ik altijd op de een of andere afzonderlijke gewaarwording, van warmte of koude, licht of schaduw, liefde of haat, pijn of vreugde. Ik krijg mezelf nooit te pakken zonder enige gewaarwording en slaag er niet in iets anders waar te nemen dan die gewaarwording.’

Geen zelf

Er valt nog meer over zelf te schrijven, maar dat voert voor nu te ver. Het zelf is nog enigszins helder, maar hoe zit het met geen-zelf?

De Indiase filosoof en spiritueel leraar Krishnamurti zegt, tijdens een toespraak, gehouden in 1929 in Ommen: ‘Wat is de zetel van het zelf van het ik? Waar is het ik, wat is het ik? Het ik is het denkvermogen, – de gedachte. Het ik is ‘aandoening’. – ‘Liefde.’

Wat bedoelt Krishnamurti met aandoening? Ik zoek het even op. Met ‘aandoening’ bedoeld Krishnamurti : ‘disharmonie in het denken van het individu.’ Krishnamurti vertelt ons wat ont-dekt kan worden wanneer je het ‘ik’ loslaat en bij Liefde uitkomt.

Dat zoeken mogen we ook loslaten. Misschien neigt dit naar iets willen controleren, proberen vast te pakken. Het verschil zit hem in: een hand die iets pakt en naar zich toe wil halen of een hand open houden. Bovendien, waar zoeken we eigenlijk naar? 

Zoals zenleraar Charlotte Joko Beck het formuleert: ‘Mensen gaan vaak zen beoefenen omdat ze op zoek zijn naar het ware zelf. Maar je kunt niet op zoek gaan naar het ware zelf. Het is niets, er valt niets te vinden.’

Ik kom er nu achter dat van Kooten en de Bie niet zomaar iets zongen: ‘allemaal op weg naar niets…’  Maar waarmee ben je dan op weg, vraag ik mij vervolgens af? Er moet toch op z’n minst een voertuig zijn waarmee je op weg bent? Je fysieke lichaam, kun je vervolgens antwoorden. Maar wie is dan de bestuurder? Is het ‘ik’ de bestuurder? Of is er nog iets anders wat ons bestuurt?

En is geen-zelf dan een uiting om woorden te geven aan iets wat niets is? Even verder lezen.

Joko zegt: ‘Het ware zelf, dit geen-zelf, is niet in staat tot oordelen. Het kan niet denken in termen van ‘goed’ en ‘slecht’. Het bevindt zich voorbij ruimte en tijd en als er geen tijdsduur is, is er ook geen ‘entiteit’ die kan oordelen. Je zou kunnen zeggen dat geen-zelf alleen beweging is.’

Geen-zelf als beweging van niets. Interessant! Geen-zelf, de term zegt het al, is niet persoonlijk. Maar is wel het ware zelf! 

Niet-zelf

Dan kom ik nog een ‘zelf’ tegen. Of moet ik zeggen een ontkenning van ‘zelf’? In het Boeddhisme wordt gesproken over niet-zelf. Ik ben benieuwd wat dat nu weer is. Ik lees verder…

‘Bedoeld wordt dat de dingen, zoals ze zich aan ons voordoen, geen eigen essentie hebben.’ lees ik in ‘Een kleine inleiding in het boeddhisme’, van Edel Maex.

Niet-zelf en geen-zelf is dat hetzelfde?

Ik besluit me te wenden tot AI (Artificial Intelligence). 

Kijken wat kunstmatige intelligentie er van maakt: 

‘Hoewel deze termen enigszins verwant zijn, hebben ze subtiel verschillende betekenissen. In het boeddhisme verwijst “niet-zelf” naar het concept dat alle fenomenen, inclusief het zelf of ego, geen intrinsiek, permanent en onafhankelijk bestaan hebben. Het idee is dat alles in het universum onderhevig is aan verandering, onderlinge afhankelijkheid en voorwaardelijk ontstaan. Het zelf wordt beschouwd als een constructie van de geest, een samengaan van verschillende mentale en fysieke processen. Dus ‘niet-zelf’ verwijst naar het ontbreken van een permanent zelf. (…) Dus hoewel ‘niet-zelf’ en ‘geen-zelf’ verwant zijn in de zin dat ze beide verwijzen naar het ontbreken van een permanent, onveranderlijk zelf, legt ‘geen-zelf’ meer de nadruk op het idee van het ontbreken van een intrinsiek, autonoom en onafhankelijk zelf.’

Het wordt mij meer duidelijk wat er onder de diverse zelven wordt verstaan. In de zin van dat alles veranderlijk is en dat er geen op zichzelf staand zelf bestaat. Al denken we dat wel te ervaren als een zelf.

Zenmeester Eihei Dôgen geef de ontwikkeling, die wij als mens kunnen gaan, hier mooi weer: 

‘De weg van de Boeddha bestuderen is jezelf bestuderen.
Jezelf bestuderen is jezelf vergeten.
Jezelf vergeten is verlicht worden door de tienduizend dingen.’

Ervaring

Toen ik begon met mediteren, ik was begin 30, durfde ik eerst niet eens mijn ogen dicht te doen. Ik dacht toen dat dat de bedoeling was. Was ik bang dat ik zou verdwijnen? Geen-zelf voelt best eng. Zo’n 15 jaar later ervaarde ik soms een moment waarin ik voelde dat ik los kwam van mezelf, waarop ik vlug mijn ogen helemaal opende. Waar blijf je anders? Toen kwam er een moment dat ik ervaarde dat ik groter was dan mezelf en voelde dat ik met alles en iedereen verbonden was. Wat niet alleen prettig voelde. Ik voelde ook het immense leed. Twee vliegtuigen waren net in de ‘Twin Towers’ gevlogen. Toch was het voelen van die verbinding wel een interessante ervaring. Ik ging nog te rade bij mensen die ik kende, die ook mediteren. ‘Kenden zij deze ervaring’? ‘Nee, die ervaring deelden zij niet.’ Ik heb het daarbij gelaten en wilde verder op zoek. Mij zo verbonden voelen wilde ik nog weleens ervaren. Intuïtief wist ik dat het niet werkt om zo’n ervaring van je verbonden voelen nogmaals te willen ervaren. Al is het verleidelijk. Zodra de wil eraan te pas komt, ben je bezig iets te pakken. (zie: hierboven het beeld van de hand). Nu, in mijn eind vijftiger jaren, probeer ik te zitten met open handen en zonder willen. Kijkend naar wat zich aandient.

In mijn zoektocht naar zelf, geen-zelf en niet-zelf is mij duidelijk geworden dat het ‘zelf’ lastig vindbaar is en zoeken naar ‘zelf’ conflict op kan leveren. Tenzij we het ‘zelf’ niet als persoonlijk zien. Ontwikkeling van het ‘zelf’ gaat via ‘geen-zelf.’ Wanneer je je realiseert dat je geen permanent, onafhankelijk bestaan hebt, kom je uit bij ‘niet-zelf’. En misschien ooit bij verlichting. Maar die gedachte mag je weer loslaten.               Tegelijkertijd is het niet rationeel te vatten. Daarom geef ik mijn conclusie hier weer in haiku’s.

Conclusie  

Op zoek naar…naar wat? 

Wat wil gevonden worden? 

Ik heb geen idee 

Wees als een sneeuwvlok 

Van boven, in beweging 

Los op in aarde

Geen-zelf wacht op niets Samen in verbinding Jezelf vergeten 

In de natuur zijn 

In stille verwondering Liefde voor het al 

Niets is permanent 

Niet proberen niets te zijn niet-zelf is oké 

Miranda Anderson 

27-12-2023

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *